FAQ
Omdat we veel mail krijgen met dezelfde vragen willen we je hier zoveel mogelijk antwoorden geven op je vragen. Staat er niet wat je zoekt? Zoek eens op het forum of neem dan contact met ons op.
aquaponics basis
Wel, op deze pagina lees je daar meer over.
Wel een sump of geen sump?
Waar zet ik de groeibedden?
Hoe diep moet mijn vistank in de grond?
Dat zijn allemaal vragen die regelmatig voorbij komen.
We geven enkele basisopstellingen:
-
De klassieke opstelling met het groeibed op de vistank.
Bij deze opstelling staat de vistank onderaan. In de vistank (of bij droge opstelling ernaast en dmv een tankdoorgang met de tank verbonden) staat de pomp.
Deze pompt het water naar het groeibed.
Van het groeibed loopt het water terug naar de vistank, meestal via de bell siphon.
Bij deze opstelling kan de vistank in de grond, op de grond of verder van het groeibed.Elke opstelling heeft voor- en nadelen.
De klassieke bovengrondse opstelling:
Hierbij staat de vistank op een stabiele en vlakke ondergrond, en staat het groeibed er boven.
voordelen:
– heel eenvoudig
– overal op te stellen
nadelen:
– hoger groeibed kan nadelig zijn in de serre voor hooggroeiers (bvb tomaten)
– De pomp zuigt vuil water op en moet dus regelmatig schoon gemaakt worden
– Het waterniveau in de vistank stijgt en daalt, wat voor sommige vissen stress kan veroorzaken. Het is ook een vereiste dat het groeibed in verhouding is met de vistank om deze niet helemaal leeg te trekken.
– Opgepast voor opwarmen van het water en algengroei door direct zonlicht op de vistank! Bescherm deze met een rieten of houten schutting.
– Vanwege de mogelijk tot opwarmen, is dit systeem niet erg geschikt voor koudwatervis zoals forel.De ingegraven oplossing:
De vistank zit in de grond (min 10cm boven grond om invallend vuil te voorkomen!)
voordelen:
– heel eenvoudig
– zeer geschikt voor koud water: door het ingraven van de vistank blijft de temperatuur zeer stabiel.
– Je kan in serres met hogere planten werken.
nadelen:
– De pomp zuigt vuil water op en moet dus regelmatig schoon gemaakt worden
– Het waterniveau in de vistank stijgt en daalt, wat voor sommige vissen stress kan veroorzaken. Het is ook een vereiste dat het groeibed in verhouding is met de vistank om deze niet helemaal leeg te trekken.Decentrale opstelling
Idem aan 2 bovenstaande, maar met het groeibed verschoven.
voordelen:
– Je kan een volledige IBC als vistank gebruiken, door enkel een stuk uit de bovenkant te snijden (behoud de randen voor sterkte), dus meer water en meer vis.
– Je kan de tank in de schaduw plaatsen en het groeibed in de zon.
nadelen:
– idem aan bovenstaande -
De vistank naast of boven de groeibedden (werken met een sump)
Soms gebeurt het dat er geen plaats is om de vistank onder het groeibed te plaatsen. Dan is deze opstelling de oplossing:
De groeibedden lopen uit in een sump tank, die groot genoeg is om het water van de bedden op te vangen +50% (tegen droog lopen).
In de sump staat de pomp, die het water naar de vistank pompt. De vistank loopt op natuurlijke wijze over in de groeibedden.
Ook hier kan gespeeld worden met posities en variaties.
voordelen:
– Overal op te stellen
– De groeibedden kunnen erg laag opgesteld worden
– He water in de vistank blijft altijd op hetzelfde niveau
– de pomp pompt proper water en zal dus zelden verstoppen
– door de pomp rechtstreeks op de vistank aan te sluiten, kan een constante stroming met zuurstofinbreng gecreëerd worden
– de sump is prima om kreeftjes in te kweken.
nadelen:
– Complexer
– gevaar voor drooglopen pomp of overlopen sump. -
Bijkomende filtering.
In veel gevallen, en zeker als er gewerkt wordt met NFT, Vertical towers of Floating rafts, is bijkomende filtering aangeraden of een must.
Je leest er hier meer over.
Het soort vis dat je gebruikt in aquaponics is eigenlijk niet van belang, maar je moet wel de juiste keuze maken.
Zo kan je bvb bij kiezen voor goudvissen in je woonkamer-project. Of koi uit de vijver.
Uiteraard werken de meeste mensen liever met eetbare vis, want dit is een onderdeel van de voedselkringloop.
Vegetariërs of veganisten kunnen het uiteraard ook doen met niet-eetbare vis en enkel de groenten oogsten.
Hierbij moet je je eerst afvragen of je met koud of warm water wil werken.
Bij koud water verbruik je uiteraard veel minder energie. Maar duurt ook meestal wat langer om vis te kweken vanwege de trage groei. Maak voor koud water vis NOOIT een systeem in de serre! Je kan in de zomer meestal de temperatuur niet laag genoeg houden.
Ook in systemen met vistanks buiten of in een koele ruimte en met groeibedden in een serre, lukt dit niet vanwege de te grote opwarming.
Een uitzondering is werken met ontkoppelde systemen.
We raden ook sterk aan om je vistanks in te graven zonder isolatie om de temperatuur laag en stabiel te houden.
Deze vis is geschikt:
- Forel : relatief gemakkelijke vis om te kweken én natuurlijk zeer lekker. de Regenboogforel groeit snel en is al eetbaar op 1 jaar (450gr) maar je kan de vissen ook laten overwinteren en op 2 jaar kweken. Je moet wel zuurstofrijk en liefst licht stromend water hebben, dus een goede luchtpomp en grote steen is geen overbodige luxe. Voeden kan met droogvoer, maar dat moet vismeel of ander dierlijk materiaal bevatten (carnivore vissen). Niet zo duurzaam dus. Bijvoederen kan ook met meelworm, soldier-fly, en alle insecten. De temperatuur moet onder de 22°C blijven, en liefs zelfs lager Ze kunnen pieken van 24°C aan mist zeer goede doorluchting.
- Rietvoorn: een onderschatte vis op gebied van smaak: lekker maar met graten. Groeit traag, dus pas oogstbaar na 3 à 5 jaar. Gemakkelijk te voeden met droogvoer (ook puur plantaardig).
- Karper: ook een lekkere vis maar met dezelfde nadelen als de rietvoorn.
- Graskarper: een zeer geschikte, lekkere en relatief snel groeiende vis. Dit is eigenlijk een ‘middentemperatuur’ vis, en dus mag het water niet onder de 12°C zakken maar wel oplopen tot 28°C. Deze karpersoort bevat ook graten
- Europese Meerval: Deze vis is oogstbaar na 2 à 3 jaar en is heel nuttig en lekker. Moeilijk te verkrijgen en in het wild beschermd. De grondvis houdt wel nogal van ‘grazen’, en voelt zich niet zeer gelukkig in een lege tank. De vis heeft ook dierlijke proteïnen nodig.
- Baars: zeer lekkere vis maar moeilijk te kweken. De jager eet bijna geen droogvoer en moet dus gevoed worden met levend voer, zoals wormen. Niet zo handig dus.
- Goudvis en aanverwante soorten. Deze worden normaal niet gegeten, maar ogen zeer mooi in je systeem.
Al bij al zijn inheemse koudwatervissen een goede keuze voor wie geen haast heeft, met uitzondering van de forel die wel snel groeit.
Een alternatief is werken met warmwatervis. In veel AP systemen gebruikt men exotische vissen. Het probleem blijft de toevoer van energie maar het voordeel is een snelle oogst.
Veel systemen werken met:
- Tilapia: water tussen 19 en 28°C, oogstbaar na 1 jaar. Tamelijk gemakkelijk verkrijgbaar en sterke vis. De vis zelf is tamelijk neutraal van smaak en behoort tot de ‘goedkopere’ vissoorten.
- Omegabaars: een nieuwe vis, met als natuurlijke ouder de ‘jade perch’. Oogstbaar op 500 à 800gr/vis binnen een jaar, heel sterke vis. Wordt zeer gecontroleerd en beperkt verkocht in België door vasch aquaponics (voor AP systemen), recht vanuit de kwekerij Aqua4c.
- Afrikaanse meerval: iets tragere groeier die zeer groot wordt. Verdraagt geen andere vissoorten in de buurt.
- Graskarper, een relatief snel groeiende exotische karpersoort, die lekker is en puur plantaardig kan opgevoed worden.
- Barramundi en andere uitheemse soorten: moeilijk te vinden.
In het kort: je kan met zowat elke vis werken. Het soort vis is eigenlijk niet van belang, maar je moet wel de juiste keuze maken.
Je kan, naast vis, ook rivierkreeft houden! Kreeft alleen lukt niet goed, want die genereert te weinig voeding per m² water, maar het zijn zeer nuttige dieren om de uitwerpselen van de vis nog verder om te zetten in plantenvoeding. Bovendien zijn ze lekker.
Hier lees je meer over kreeften.
De soorten groenten je in aquaponics systemen kan kweken is zowat onbeperkt.
Toch zijn er een aantal groenten, soorten fruit of bloemen die de voorkeur hebben voor bepaalde systemen.
We geven hier een aantal tips om gezonde planten en meer opbrengst te hebben:
Permanent water of eb- en vloed?
De keuze voor enkele groenten hangt af van het systeem.
Er zijn namelijk groenten die niet graag permanent in het water staan.
Deze groenten plaats je niet in een NFT of floating raft systeem want ze hebben meer zuurstof nodig aan de wortelen en staan dus liever in een eb-en-vloed systeem. Je leest hier meer over eb- en vloed systemen
- tomaten
- paprika
- pepertjes (hoewel sommige soorten ook permanent water aankunnen)
- peterselie (gevoelig aan wortelrot, kan op permanent water als hoog genoeg geplant)
- koolsoorten: bloemkool, spruitjes, rode kool, Chinese kool, …
- droge kruiden zoals thijm, rozemarijn, bonenkruid, marjolein,… Zet ook met een eb-en-vloedsysteem deze kruiden in een bloempotje 1cm in het groeibed.
- rode biet
- radijs
- prei
- selder
- spinazie
- stuikbonen
- citroenboom
- bessenstruiken (Dutch buckets)
- bloemen, zoals viooltjes
Daar tegenover staat dat sommige planten wel goed groeien op permanent water. Deze groenten groeien echter ook goed op eb-en-vloedsystemen.
- slasoorten
- de meeste snel groeiende bladgroenten
- warmoes (snijbiet)
- aardbeien (pas op voor extreme wortelgroei in NFT)
- Waterkers
- tuinkers
- basilicum
- citroenverbene
- komkommer
- augurk
- klimbonen
- peulerwten
Watertemperatuur
De temperatuur van het water is belangrijk voor het kiemen of opgroeien van sommige zaden en planten.
- sla (kropsla, eikenbladsla, enz.) kiemt niet boven de 19°C. Je kan ze doen kiemen op een koele plaats en later verplanten.
- Pas bij te hoge temperaturen op voor wortelrot en extreme groei van schimmels
Licht
Alle planten hebben licht nodig om te groeien en te bloeien. Naast natuurlijk licht kan je ook met verlichting werken. Hier lees je meer over verlichting in aquaponics.
Hou echter rekening met het soort plant, want sommige planten hebben graag schaduw, anderen liever veel licht.
We sommen de groenten die veel licht kunnen verdragen niet op (die lijst is te lang), maar geven graag wat schaduwplanten die het goed doen in een iets donkerder hoekje:
- veldsla
- rucola
- cirtoenmelisse
- bieslook
- Chinese kool, paksoi
- bloemkool
- andijvie
- snijbiet (warmoes)
- Mesclun
- spinazie
Plant zowat alles, experimenteer
Er zijn in onze ervaring weinig groenten, klein fruit of bloemen die niet op aquaponics groeien.
Volg vooral de bestaande zaai- en teeltkalenders voor de tijdstippen van zaaien, planten en oogsten.
In aquaponics staan planten niet in de aarde, maar in een groeimedium of sybstraat.
Er zijn vele soorten media, en je kan hierin gerust experimenteren, maar we geven je toch graag enkele tips.
-
NFT en Floating raft systemen
Bij deze systemen staan planten rechtstreeks in het water. Maar ze moeten wel vastgehouden worden. Dat gebeurt ook in een substraat.
Over het algemeen worden planten die geschikt zijn voor permanent water opgekweekt in groeipluggen (kiempluggen of grow tabs).
Hiervoor worden platen gebruikt met veel kleine pluggen. Eens de plantjes groter worden, kunnen ze gemakkelijk ‘verplant’ worden naar andere systemen met meer tussenruimte voor het uitgroeien, zoals floating rafts of groeibedden.
De meest voorkomende pluggen zijn van rotswol. Deze zijn goedkoop en een standaard in hydrocultuur. De grondstof is relatief duurzaam. Wij gebruiken deze pluggen liever niet want vermoeden dat er fijne rotswolvezeltjes in de vis terecht komen.
Een tweede soort pluggen bestaat uit veenmos. Deze zijn uitermate geschikt voor aquaponics en 100% natuurlijk.
Op foating rafts en in buissytemen, wordt ook veel gewerkt met netpotjes.
De netpotjes worden gevuld met bovenstaande kiempluggen, eventueel omwikkeld met kokos.
Je kan ze ook vullen met kokosvezel, argex (gehydrateerde kleikorrel) of fijn grind.
-
Groeibedden
In groeibedden staan planten rechtstreeks in het groeimedium.
De keuze van dit substraat wordt bepaald door een aantal factoren:– Het medium moet voldoende effectief oppervlak hebben voor de “huisvesting” van bacteriën.
Een ronde kei heeft enkel het oppervlakte aan de buitenkant. Een lavasteen heeft zeer veel holtes en gaten, en heeft hierdoor een veel groter oppervlakte. De lavasteen is dus meer geschikt dan een kei.
– Het medium moet goed waterdoorlatend zijn.
In goeibedden is de toevoer van voedingsrijk water naar de planten belangrijk, maar ook de toevoer van zuurstof.
Bovendien bestaat het gevaar dat er zones komen die sneller dichtslibben door het aangevoerde vuil. Deze zones worden anaeroob, wat erg gevaarlijk is voor plant en dier vanwege de vorming van stikstof- en andere gassen.
– Welke planten kweek je?
Werk je enkel met lage planten, zoals sla, dan mag het substraat zeer los zijn. Werk je met hoge planten, dan wil je niet dat deze omvallen en dus werk je beter met een steviger groeimedium.
– Waar staat je groeibed?
Als je in een serre werkt, is de kans op een windstoot erg klein. Buiten echter, kan de wind de grotere groenten omver blazen. Daar werk je dus beter met stevigere materialen.
We lijsten de meest gebruikte substraten op:– Argex (ook wel Lecca, hydroton of gehydrateerde kleikorrel genoemd)
Oppervlakte: 350m²/m³
Voordelen: Deze lichte bolletjes bevatten erg veel poriën en zijn dan ook zeer geschikt als groeimedium.
Ze werken gemakkelijk: zaaien, planten, verplanten en oogsten lukt zonder veel moeite.
Ze zijn bruikbaar in groeibedden en netpotjes.
Nadelen: Bij zware vorst, kunnen ze stuk vriezen. Bij wind of gebruik met hoge planten zijn ze minder geschikt vanwege het omvallen van de planten. Je kan ze wel als bovenlaag gebruiken boven bvb lava.
Aandachtspunten: Gebruik NOOIT bouw-argex: de bolletjes hebben een andere samenstelling én zijn te klein wat een slechte doorvloeïng tot gevolg heeft. Gebruik steeds maat 8/16.
Je kan ze aankopen via de aquaponicsshop.– Lava
Oppervlakte: 400m²/m³
Voordelen: Lava bevat erg veel poriën en is dan ook zeer geschikt als groeimedium.
Door de natuurlijke samenstelling heeft lava ook een goede invloed op de algemene mineralenbalans en de pH.
Nadelen: Werkt moeilijker dan argex: het planten en oogsten is minder gemakkelijk.
Aandachtspunten: Gebruik steeds stenen die groot genoeg zijn vanwege de waterdoorstroming. maat 16/32 is ideaal.
Je kan ze aankopen via de aquaponicsshop.– Grind (gravel)
Oppervlakte: 250m²/m³
Voordelen: Lava is goedkoop.
Door de natuurlijke samenstelling heeft grind ook een goede invloed op de algemene mineralenbalans en de pH.
Nadelen: Werkt moeilijker dan argex: het planten en oogsten is minder gemakkelijk. De stenen zijn heel wat minder poreus dan lava: er is een verminderde werking van de bacteriën en dus meer volume groeibed nodig dan met lava of argex. Het werkt ook minder gemakkelijk.
Aandachtspunten: Gebruik steeds stenen die groot genoeg zijn vanwege de waterdoorstroming. maat 16/32 is ideaal.– Zand of zanderige aarde
Zand is ongeschikt voor groebedden. Vanwege de geringe doorlaatbaarheid in zand ontstaan “interne rivieren” waar het water zijn weg in zoekt. Er ontstaan op die manier altijd anaerobe zones en dus de aanmaak van nadelige gassen.
Zand en aarde blijven ook zeer nat in de eb-cyclus: er komt zo te weinig zuurstof aan de wortelen van de planten.
Vanwege de natuurlijke neiging water op te zuigen (capilaire werking), blijft ook de toplaag meestal erg nat. Er ontstaan zo veel algen en nadelige schimmels.
Een eb- en vloedsysteem is een systeem waarbij het water steeds stijgt en daalt.
Dit heeft een aantal belangrijke voordelen:
- De wortels staan niet constant in het water en krijgen meer zuurstof.
- Veel planten houden er niet van om constant in het water te staan. Sla lukt nog net, maar door het waterniveau te fluctueren zorgen we ervoor dat de meeste planten zich ’thuis’ voelen.
- Bij permanent water kan een biofilm (bacteriën) gevormd worden op de wortelen die de toevoer van voedingsstoffen en zuurstof naar de haarwortels blokkeren.
- Aardwormen (onmisbaar in een gezond groeibed) voelen zich ook beter thuis in systemen die soms droog komen te staan.
Een eb- en vloedsysteem maak je met een bell siphon ofte autosifon. Dit is een eenvoudig systeem dat ervoor zorgt dat je groeibed automatisch leeg loopt als het vol is.
Je leest verder alles over eb- en vloedsystemen op deze pagina: https://www.aquaponics.bio/aquaponics/eb-en-vloedsysteem/
Kant-en klare bell-syphons koop je op de aquaponics webshop.
Een alternatief om het water te doen stijgen en dalen kan door gebruik te maken van een timer op je pomp.
Dit wordt echter sterk afgeraden. De redenen zijn eenvoudig:
- De pomp is het kloppende hart van het systeem: bij stilstand van de pomp is er geen filtering en geen toevoer van zuurstof naar de bacteriën in het groeibed
- Het wegvoeren van vuil in de tank wordt sterk verminderd
- De vistank moet minimum 1x/u gefilterd worden, en dat komt in het gedrang
- Timers betekenen bijkomende kosten en risico’s op falen
- Timers kunnen nooit rekening houden met veranderende omstandigheden zoals minder goede doorstroming van het bed
- De levensduur van de pomp vermindert met 50% vanwege het voortdurend stoppen en starten.
Op de vraag of aquaponics gezonde en lekkere producten oplevert, zeggen wij aquaponicsliefhebbers natuurlijk volmondig JA.
Maar is dat ook zo?
Tenslotte kweek je vis en planten in water dat voortdurend ‘gerecycleerd’ wordt en nemen je planten niet die mineralen op die in de aarde voorkomen.
Sceptici beweren vaak dat niets beter is dan groenten die in de grond gekweekt worden, zowel voor de gezondheid als voor de smaak.
Dat laatste is snel weerlegbaar. iedereen die een aquaponics systeem heeft wéét dat de groenten heerlijk smaken.
Ikzelf heb de eerste 3 jaar tomaten, sla en aardbeien steeds zowel op water als in de grond gekweekt. Telkens als ik 2 tomaten, aardbeien of andere groenten aan mijn kinderen en vrienden gaf met de vraag “welke is het lekkerst?” kozen ze resoluut voor de aquaponics groenten.
Ook de vis is qua smaak zeer objectief te meten. Iedereen die mijn forel, omegabaars of graskarper proeft, is meteen verkocht.
Ik daag die sceptici uit om te komen proeven!
Als je systeem proper is, krijg je normaal ook geen ‘grondsmaak’. Grondsmaak is niet ongezond, maar een kwestie van smaak; Lees HIER meer over grondsmaak en het vermijden ervan via het forum.
De gezondheid is niet zo goed te meten natuurlijk.
Gelukkig is er nog zo iets als de wetenschap:
Nieuw onderzoek , uitgevoerd door Dr. Sujata Sirat van de Universiteit van Houston, brengt duidelijkheid.
Ze onderzocht de bacteriegroei en contaminatie op slaplanten in aquaponics, op grond en in verpakking.
Het verdict: Planten uit aquaponics systemen zijn voedselveiliger dan die uit systemen op aarde.
Klik hier om het wetenschappelijk artikel te lezen: Study confirms that aqua/hydroponics has better food safety than soil-grown lettuce
Uiteraard maken we hier graag een kanttekening bij:
Ten eerste hangt de smaak en de gezondheid van de vis af van de verzorging:
Zitten je vissen in een tank waar ze veel stress hebben (veel lawaai, menselijke handeling, te klein, vijandelijke andere vis, slechte waterkwaliteit), dan worden ze zwakker.
En zwakte leidt tot ziekte; Zie HIER meer over ziekte bij vissen.
Zorg er dus voor dat je vissen het ‘goed’ hebben:
Zorg voor zuurstofrijk water, meet je waterwaarden (pH, NO2, NH3/4) en hou je systeem proper.
Geef professionele voeding aan je dieren en overvoed ze niet.
Ook bij planten kunnen ziektes voor komen, net als in elk ander systeem. Over het algemeen is er veel minder kans op ziektes door wortelaantasting door bacteriën, wormpjes of andere micro-organismen als je op water werkt. Maar omdat je in een AP systeem geen verdelgingsmiddelen gebruikt, is er wel kans op vraat door beestjes.
HIER lees je meer over plantenziektes en het voorkomen ervan.
GEZONDHEID!
Klik hier voor meer uitleg.
Regenwater is meestal nogal zuur. Om die reden raden vijverspecialisten dit af.
Nochtans heeft regenwater ook een aantal goede eigenschappen.
Regenwater heeft meestal een pH van 6 tot 6,8 terwijl kraantjeswater een pH van 7,5 tot 8 heeft.
Bij opstart is het goed om ongeveer de helft regenwater en de helft kraantjeswater te gebruiken.
Bij het wekelijks toevoegen van water (door verdamping) kan je gerust regenwater gebruiken.
Let er wel op dat de pH op punt blijft (6,8 ideaal) en er geen schadelijke bacteriën of anaeroob slib in de regentank zit.
Bijvullen met kraantjeswater heeft veelal schadelijke gevolgen omdat het water chloor bevat.
Meet dus regelmatig de waarden van je water.
Sommige mensen gebruiken putwater (boorput). Veelal bevat dit water hoge ijzergehaltes of vervuiling uit de grond. We raden het gebruik hiervan af. het kan natuurlijk wél als het water van goede kwaliteit is!
Een vraag die regelmatig gesteld wordt.
Uiteraard kan dat! Maar je moet wel rekening houden met een aantal zaken.
Ten eerste lust ik persoonlijk wel eens een biefstukske of een koteletje.
In de winkel vind je ook wel wat groenten die moeilijk te kweken zijn. ik denk aan witloof of exotische groenten.
Als je zelf puur van je aquaponics systeem wil leven, heb je dus wellicht minder variatie in het aanbod.
Ten tweede heb je behoorlijk wat groenten en vis nodig, dus veel plaats.
En dan is er nog het feit dat ons seizoenen een behoorlijke invloed hebben op de groei van planten en dieren.
Je zal dus moeten kiezen of je een buiten- of binnensysteem wil; En of je wil werken met natuurlijk of kunstlicht, met verwarmd of koud water.
In de winter zal je bij een buitensysteem (of in onverwarmde serre) enkel een paar groenten kunnen kweken, zoals sommige slasoorten, veldsla en winterspinazie.
Met de vis wordt het moeilijker: je moet er dan voor zorgen dat je het hele jaar door ‘oogstbare’ vis hebt, en dus met verschillende generaties werken. Inheemse vissen volgen sterk de seizoenen, dus ook dat wordt moeilijk buiten of zonder bijverwarmen om andere vis te kweken.
Laat ons even rekenen (zonder rekening te houden met de investering):
Neem een gezin van 4 mensen: die eten gemiddeld 640gr groente per dag, 530gr vlees, 800gr aardappelen/rijst/…
640 gr groente per dag komt ongeveer overeen met 2 kroppen sla sla of 2 aubergines of een dikke bloemkool. Voor die groenten heb je een oppervlakte nodig van 2,5dm², dus op jaarbasis 18m² groentenbed met gedeeltelijk permanente beplanting.
Voor de vis: Vis past zich aan aan de grootte van de bak. Omegabaars of forel kan meer dan 1kg worden maar in de 1000l tanks worden ze wellicht maar 500gr. Boven de 400 à 500gr gaat het rendement ook achteruit: ze eten meer om te groeien. Neem nu dat je ze oogst op het ideale gewicht van 400gr, dan heb je min 3 vissen per dag nodig (gekuist) en dan eet je dus niet zeer veel. Da’s 1095 volwassen vissen op een jaar. In een systeem met goede doorluchting kan je gerust 50 vissen per m³ houden (afhankelijk van de vissoort). Dat is dus 22m³ vistank in verschillende groeistadia.
De input is enerzijds de investering (je kan een vijver aanleggen), de energie en de voeding van de vis.
Een 20l water per week toevoegen per m³ plantenbed (verdamping planten), dus in ons rekenmodel is dat x 18m² x 52 weken = 18720l/jaar x 3,7€/m³ = 70€/j
Energie ZONDER bijverwarmen = pomp (20W/2000lit) + doorluchters (20W/2000 lit) = 0,96kWh/dag x 11k.lit x 365dagen = 3860 kWh/jaar x 0,19€/kWh = 740€/j
+ aankoop vissen (1,5€/vis = 1640€) en zaden (0.1€/z x = 70€)
Voeding vis: 3,5kg/dag x 2,2€ x 365 dagen = 2800€
Totaal zo’n 5320€ jaarlijks verbruik ZONDER investering in de installatie of verwarming.
Winsten (gerekend naar winkelwaarde): dagelijkse portie groenten 2,8€ = 0,64 x 365d = 655€
vis: waarde 25€/kg = 13€/dag = 4700€/jaar
Nog even vermelden dat je ook veel minder transporten hebt.
Totaal opbrengst = 5360€/jaar en veel plezier.
Je komt dus uiteindelijk behoorlijk gebalanceerd uit, maar hebt dus ook meer werk en minder variatie in soorten eten.
Dan moet je nog de éénmalige investering rekenen.
– vistanks (uitgaande van gerecycleerde IBC’s): 20 x 30€ = 600€
– groeibedden, in hout met vijverfolie 20 m² = 300€
– buizen, koppelstukken, sifons,…: 400€
– pompen: 1200€, luchtpompen & stenen 400€
– controle & sturingstechniek (niet overbodig met zo’n installatie): 800€
Totaal minstens 2800€ als je alles zelf installeert.
Besluit: ja, het kan maar met de nodige investering en veel input van energie.
Een AP systeem met 800l water en 1.8m³ groeibed brengt genoeg op om in de zomermaanden een krop of 3 sla per week, komkommer of 2 en heel wat tomaten te kunnen eten. De vis kan je pas vanaf half zomer eten als je seizoensgebonden werkt maar je eet wel zo’n 10 kg per jaar.
Ik zie het eerder als een leuke hobby die een heerlijk extraatje opbrengt.
In een aquaponics systeem kan je, naast vis, ook zoetwaterkreeften kweken.
Hierbij moet je toch op een aantal zaken letten. We geven graag de basistips
- Hou nooit kreeften in dezelfde tank als de vis. Vissen eten graag kreeft en hebben het veelal gemunt op de ogen.
Omgekeerd, eten grotere kreeften ook wel eens een visje.
Voorzie dus steeds een afzonderlijke tank of bakken voor de kreeft.
Als alternatief, kan je in je vistank kooien hangen met de kreeft. Gebruik geen verzinkt ijzer, daar gaan kreeften van dood.
- Voorzie altijd schuilplaatsen: kreeft vervelt al groeien en is op dat ogenblik kwetsbaar. Ze moeten zich kunnen verschuilen om hun chitinehuid te doen uitharden. Van nature houden ze ook van verstoppertje spelen. Voorzie PVC buisjes en/of filterborstels.
- Net zoals bij de vissen, zijn er koud- en warmwaterkreeften: hou nooit koudwaterdieren in warm water en omgekeerd.
Je leest meer info over kreeftensoorten op deze pagina: http://www.rivierkreeften.be/
Deze soorten zijn in ieder geval geschikt:
Koud water:
– Europese rivierkreeft (Astacus Astacus): weinig kannibalistisch (max 30/m² kleine kreeft, 10/m² volwassen). Temperatuur min -2°C, max24°C.
Deze originele inheemse kreeft wordt beschouwd als de lekkerste zoetwaterkreeft (en na proeven beamen we dit 🙂 )
Turkse rivierkreeft (Astacus leptodactylus): komt als inwijkeling voor in onze wateren en is iets sterker dan de Europese, maar heeft ook minder vlees en is iets kannibalistischer (max 25 per m² kleinen, 6/m² volwassen) Temperatuur min 0°C, max 24°C
–Signaalkreeft (Pacifastacus leniusculus): Deze van oorsprong Amerikaanse kreeft heeft de Europese wateren veroverd. Je vind ze ook in de Ardense rivieren.
Gemakkelijk te houden kreeft met minder vlees en meer agressie (max 20/m² klein, 4/m² groot). Temperatuur min 8°C, max 26°C
Opgepast met kreeftenpest! (zie info kreeftenpest) Hou deze kreeft nooit samen met andere soorten! Ook na verwijderen vd kreeft kan je een jaar geen andere dieren steken.
– Rode Amerikaanse rivierkreeft (Procambarus clarkii): Grote invasieve soort, overal in ’t wild te vangen, vooral in Frankrijk, Spanje, Nederland. Ook geschikt voor warm water. Kreeft met het minste vlees, wel eenvoudig te houden. Aggressief naar soortgenoten (max 20/m² klein, 4/m² groot). Temperatuur min 10°C, max 30°C.
Opgepast met kreeftenpest! (zie info kreeftenpest) Hou deze kreeft nooit samen met andere soorten! Ook na verwijderen vd kreeft kan je een jaar geen andere dieren steken.
Warm water:
– Signaalkreeft en Rode Amerikaanse: zie bij koudwaterkreeften.
– Red Claw (Cherax quadricarinatus): zeer lekkere en grote kreeft van Australische oorsprong. Minst kannibalistische soort met veel vlees (vooral mannetjes).
(max 40/m² klein, 15/m² volwassen). Temperatuur min 15°C, max 32°C
- Kreeften hoef je niet veel te voederen. Ze eten trouwens ook onverteerde resten van de vis. Je kan ze dus na de vistank plaatsen als ‘voorfilter’.
Bijvoederen kan met proteïne-arm voedsel, zoals karpervoer, omegabaarsvoer of groenafval. Ze lusten ook wel een wormpje.
- Kreeften zijn zeer gevoelig aan temperatuurschommelingen! Zeker een plotse stijging van de temperatuur kan een snelle dood veroorzaken!
Bij temperatuurstijging, gaan de dieren water opzuigen waardoor ze zwellen. Dit ‘mechanisme’ gebruiken ze ook om te vervellen. Alleen is hun schild niet voorbereid, waardoor ze letterlijk geplet worden in hun schild.
Afkoeling is iets minder erg.
- Kreeften hebben zuurstofrijk water nodig en een relatief propere bodem. Voorzie een goede waterinstroom en reinig regelmatig slib van de bodem.
Het slib kan in de kieuwen terecht komen, waardoor ze sterven.
- Kreeften zijn, net als pootvis, erg gevoelig aan zware metalen. Gebruik geen leidingen in rood koper of gegalvaniseerd staal.
- Kreeften zijn Houdini’s: ze kunnen zeer goed klimmen en doen dat ook op plantenwortels, buizen, elektrische kabels, enz. Zorg voor een geschikte afscherming van de tanks!
- Transporteren doe je in een door met op de bodem een laagje keukenpapier dat nat gemaakt is.
Dat kan in bepaalde omstandigheden 🙂
Ben je Restauranthouder, kok, viswinkel of dergelijke en ben je dus op zoek naar geslachte Omegabaars?
Of wil je graag professioneel en grootschalig Omegabaars kweken?
Dan kan je terecht bij Aqua4C via www.omegabaars.be.
Voor wie de pootvis wil voor aquaponicssystemen:
Aqua4c is sinds 2014 de meest duurzame viskwekerij in Vlaanderen zijn. Meer op http://www.omegabaars.be.
Vasch aquaponics is EXCLUSIEVE VERDELER van de Omegabaars voor backyard-aquaponics. Ook het visvoer kan bij ons verkregen worden.
De verdeling wordt wel erg beperkt: Om de kwaliteit van de vis blijvend hoog te houden en de ongecontroleerde verdeling tegen te gaan, is het zeer belangrijk dat de vis niet door Jan-en -alleman gehouden wordt. We zullen er streng op toekijken dat de vis opgroeit in een geschikt verwarmd systeem. Bovendien zal je de vis zelf niet levend mogen verhandelen of verder kweken. Hiervoor wordt een contract opgesteld tussen vasc/Aqua4c en de houder.
Net omdat de Omegabaars zeer geschikt is als seizoensvis en dus opgroeit van het voorjaar tot het najaar, is deze zeer geschikt voor aquaponics systemen met ons klimaat.
Interesse? neem contact op via het aanvraagformulier
aquaponics verdieping
Vertical Towers (ofte verticale torens 🙂 ) zijn sinds 2015 erg populair in aquaponics.
Logisch ook, want ze hebben een aantal grote voordelen:
- hogere opbrengst per m² door werken in de hoogte
- CO2 ontgassing door het ‘vallen’ van het water
- Zuurstofverrijking door het vallen van het water
- relatief eenvoudige opstelling
In de praktijk hebben veel gebruikers nogal problemen met deze systemen, zeker wat watertoevoer betreft.
Maar ook qua toevoer van water naar de planten, media voor plaatsing van planten en positionering, zijn er nogal wat vragen.
We geven graag wat uitleg.
Types verticale torens
Er bestaan nogal wat soorten torens.
We hebben het even niet over de watertoevoer, maar de bouw ervan. Zo bestaan er vierkante, ronde, met 1 of meerdere rijen pothouders enz.
Naar gelang het type toren, kunnen we spreken van het aantal rijen.
Zo bestaan er torens met 1 rij, 2 rijen of meer.
We raden het gebruik van meer dan 2 rijen af in natuurlijk licht.
De zon schijnt namelijk nooit in het Noorden, dus krijgen planten in een 3- of meer rijen systeem te weinig licht.
Een uitzondering is er bij het gebruik van kunstlicht.
Vasch aquaponics werkt bijna steeds met de 2 rij configuratie.
Er bestaan ook verschillende systemen wat bouw betreft:
- “Opbouw pot houder” Torens: Dit zijn torens waarop uitsparingen zitten waar je een netpotje kan in plaatsen.
Een voorbeeld hiervan zie je op de foto hierboven.
Deze buizen zijn geschikt voor sproeisystemen (zie verder bij “watertoevoer”) en directe insijpeling.
Pro’s: Eenvoudig potten/planten te verwisselen, eenvoudig te reinigen.
Contra’s: De toevoer van water naar alle potjes is niet evident. Als de buizen wat scheef hangen loopt het water gemakkelijk naast de potjes.Het Australische bedrijf GroPocket verdeelt deze houders, die met Tec7 of een soortgelijke lijm op buizen kunnen gekleefd worden. - “Ingevormde pot houder” torens:
Er bestaan systemen waarbij de pothouders in de buis gevormd zijn.
Deze systemen zijn ook zelf te bouwen, maar dat is niet altijd eenvoudig en vraagt enige ervaring.
Veel verticale torens met voorgevormde pothouders bevatten intern ook een wiek (touw) dat de potjes verbindt zodat de watertoevoer beter verloopt.
Pro’s: Eenvoudig potten/planten te verwisselen, eenvoudig te reinigen. Goede toevoer van water naar de potjes op voorwaarde dat een wiek aanwezig is. Over het algemeen goedkoper dan andere systemen.
Contra’s: Bij meerdere rijen kan vervorming van de buis optreden. Naar werking en groei is dit geen nadeel.Aquaponicsshop.eu verkoopt de buizen afzonderlijk of in een set. - Verticale torens met ingebouwd medium:
De torens hebben geen houders voor netpotjes of andere extern medium.
In plaats daarvan hebben de (meestal vierkante) buizen een lange sleuf en bevatten ze intern een groeimedium. Dit medium is bijna altijd een open mousse structuur, te vergelijken met een grove spons of filtermedium.
de planten worden rechtstreeks in dit medium gezet.Pro’s: Goede toevoer van water naar de planten. Zeer goede ontgassing van CO2 en toevoer van zuurstof in het water. Het medium dient ook als biofilter.
Contra’s: Er kan slechts 1 keer in het medium geplant worden: dit is dus een verbruiksproduct en de spons moet jaarlijks vervangen worden. Het is dus niet zo ecologisch. De planten groeien slechts aan 1 zijde, dus minder opbrengst per oppervlakte. De Wortels van planten kunnen de buis verstoppen. Relatief duur.Bright Argotec verdeelt de Zip Grow Towers die werken volgens dit systeem
Plaatsing
De meeste vertical towers worden opgehangen aan een bovenliggende structuur met een touw of ketting.
Dit laat een flexibele opstelling toe, waarbij de torens kunnen verschoven worden naar gelang de nood.
Hoever zet je de torens van elkaar?
Als je slechts 1 rij torens plaatst met goede toegang van 1 kant, is de normale afstand (zie tekening A) 40cm.
Dit is de ideale afstand voor oa sla, aarbei of kruiden in een 1 of 2 rijen systeem.
Bij het plaatsen van meerdere rijen is vooral de toegankelijkheid van belang: je moet aan de groenten kunnen!
De buisafstand per rij (A) blijft over het algemeen 40cm en de tussenafstand van de rijen hou je best op 50cm.
Watertoevoer
Eén van de grootste problemen bij verticale systemen is de watertoevoer.
Enkele systemen werken met sproeikoppen, die het water bovenin de buis vernevelen. Dit wordt door vasch erg afgeraden: bij het werken met sproeikoppen moet het water zeer zuiver zijn om verstopping te voorkomen. Bovendien vraagt dit een drukpomp die meer kost.
Het beste systeem is een eenvoudige toevoer van water. Veelal wordt hier echter met een druppeldarm gewerkt, ook weer met een drukpomp, wat weer duur is.
Andere systemen, zoals dat van Aquaponicsshop.eu, werken met een bovenstaand vat (of buis) om wat druk op te bouwen en regelkraantjes per buis. Dit systeem heeft als voordeel dat de pomp minder vermogen moet geven.
Let wel: bij alle systemen moet de pomp krachtig genoeg zijn om het water hoger dan de buizen te pompen!
Een groeibed met groeimedia heeft verschillende functies:
- planten vasthouden – kleikorrels voor systemen uit de wind, lava of kiezel voor andere systemen
- plaats voorzien voor bacteriën die ammonium omzetten naar nitriet, en nitriet naar nitraat – vandaar het gebruik van lava of kleikorrels, die hebben een enorm oppervlak
- vuildeeltjes filteren, door het medium en de wortels van de planten.
In het groeibed worden vaste delen (solids) verder afgebroken tot hele kleine deeltjes, zelfs tot mineraal niveau. Dit proces heet demineraliseren.
Aardwormen en compostwormen helpen hierbij; Voeg ze dus zeker toe in het groeibed.
Verder functioneert het groeibed als biofilter: de bacteriën die er wonen zetten ammonium om in nitraat.
Het is dus belangrijk dat je groeibedden in verhouding zijn met de hoeveelheid water.
Uiteraard hangt dit ook af van de hoeveelheid vis die in je water rond zwemt. Hier meer over de hoeveelheid vis: https://www.aquaponics.bio/faq/hoeveel-vis-moet-ik-kweken/
Als we geen rekening houden met bijkomende biofilters (zoals bed filters, trickle filters enz), dan is de vuistregel:
1,5m à 2 m² groeibed per 1000 liter water
In een IBC systeem zit er 700 liter water met een groeibed van 1,2m². ideaal dus.
Heb je meer groeibed, dan drijf je best de densiteit van de vis op. Heb je minder groeibed, dan moet de densiteit naar beneden.
Meerdere (of te grote) groeibedden hebben nog een bijkomend probleem: als ze (via de bell siphon) leeglopen, kan de vistank het teveel aan water niet meer aan. Omgekeerd zal er teveel water uit de vistank gepompt worden als de groeibedden gevuld worden.
Een ideaal groeibed heeft een diepte van 30 cm.
Deze diepte wordt bepaald door drie zones:
1. De slibzone: Dit is de onderste laag van ongeveer 2 cm dik. De laag is permanent nat en bevat heel veel voeding omdat hier alle resten van vuil en stof blijven liggen. Het is ook de zone waar de meeste aardwormen in zitten. sommige planten hebben wortels tot in deze zone.
2. De wortelzone: de middenlaag is tussen de 15 en 20 cm dik. Dit is waar het water in een eb- en vloedsysteem steeds stijgt en daalt. Hier groeien de wortels weelderig en nemen ze voeding en zuurstof uit het water.
3. De droge zone: We houden de bovenste 1 à 2 cm droog om verschillende redenen. ten eerste willen we zo weinig mogelijk water verdampen, maar we voorkomen op die manier ook groei van algen. Algen nemen veel voedingsstoffen en zuurstof op die anders naar onze planten gaan.
Eigenlijk gaat het niet zozeer om de hoeveelheid vis, maar om wat ze produceren en dus wat ze eten.
Dus als vissen meer eten, produceren ze meer afval en gaan de Ammonium – en daarmee de Nitriet & Nitraatwaarden omhoog.
Het is ook van allergrootst belang om voldoende zuurstof te kunnen voorzien.
Voor aquaponics systemen:
In de ideale omstandigheden moet je streven naar min 7kg vis per m³ water.
Je streeft echter beter naar 11kg/m³ en als je ervaring hebt en een systeem dat zeker voldoende zuurstof bevat en een goede beveiliging tegen stroomuitval, kan je zelfs naar 13 tot 15 kg/m³ gaan.
Hoger gaan dan 17 kg/m³ is bijna onmogelijk, tenzij je vissen hebt die dit aankunnen (Tilapia, Omegabaars, goudvis) én je veel zuurstof in je water krijgt door stroming en/of luchtpomp. In semi- en professionele systemen wordt in dat geval zelfs naar 30kg/m³ gegaan (meestal met directe O2 toevoeging).
De vis wordt, weer naar gelang de soort, gevoed met 1 à 2 % van de massa. Als je dus 5 kg vis hebt zou je (in de zomer) 50gr per dag moeten voeden.
De regel blijft wel gelden dat je de vis zoveel voedt als ze op kunnen eten. We willen geen afval van eten in onze tank!
Je kan dit alles berekenen met Calquaponics, de aquaponics calculator. De windows software vindt je hier: http://www.vasch.be/software/calquaponics/calquaponics_setup.htm.
Een ander goed rekenmodelletje vind je op http://www.aquaponic.com.au/backyard.htm.
Voor RAS aquacultuur systemen:
Bij professionele systemen kan de densiteit veel hoger gaan. Uiteraard is het hier ook de regel om voldoende zuurstof in het water te hebben (met monitorring en noodzuurstofcircuits) en uiteraard biofilters die voldoende afval verwerken.
Naar gelang de soort vis, wordt gewerkt met 20 tot 60kg/m³, altijd met directe zuurstofinjectie.
Wil je hier meer induviduele informatie over, neem dan contact op.
Voor Extensieve systemen, zoals vijvers en hobbykweek:
We krijgen veel de vraag “Hoeveel forel mag er in de vijver?”.
Het antwoord hierop is niet éénduidig. Weer hangt alles af van wat je wil en wat kan: hoe groot is de filter, welk type filter is er, is dit de enige aanwezige vis of zijn er andere vissen, is er voldoende stroming en zuurstof in het water door watervalletjes en/of luchtpompen, wil ik intensief voederen of niet?
Als vuistregel kunnen we stellen dat er met 2 tot 5 kg per m³ kan gewerkt worden.
Let op! Een groentenbed koppelen aan een vijver is NIET vanzelfsprekend en mislukt bijna altijd: zoals gezegd moeten de groenten voeding krijgen, en die is afhankelijk van de hoeveelheid vis en hoeveel deze gevoed wordt. Om dit in evenwicht te krijgen moet naar zeker 11kg/m³ gestreefd worden, wat zeer veel vis is. Bovendien moeten de filters en groeibedden voldoende groot zijn om alles te kunnen mineraliseren.
IN HET KORT:
Hoe meer vis, hoe meer voeding voor de planten, maar hoe meer zuurstof nodig en vanwege de grotere hoeveelheid voeding ook betere filtratie.
Regelmatig wordt ons gevraagd of er een filter in een aquaponics systeem moet staan of niet, en zoja, welk type.
Of dat zo is, hangt sterk af van de manier waarop het systeem is opgebouwd, de hoeveelheid vis en het soort voedsel.
In ieder geval geldt steeds dezelfde regel:
De afvalstoffen van de vis (uitwerpselen, CO2, …) moeten enerzijds gedemineraliseerd worden (afgebroken tot door de planten opneembare moleculen) en anderzijds moet de ammonium omgezet worden naar nitraat voor de planten.
Als dit niet gebeurt, zullen de ammonium- en nitrietwaarden stijgen met zieke en dode vis als gevolg, en zullen de planten te weinig voedingsstoffen kunnen opnemen.
We geven graag een aantal tips:
-
- Je werkt met een media groeibed (eb & vloed)
Als je systeem in balans is ( zie ook https://www.aquaponics.bio/faq/hoe-groot-moet-het-groeibed-zijn/ en https://www.aquaponics.bio/faq/hoeveel-vis-moet-ik-kweken/), heb je in principe GEEN bijkomende filter nodig.
De biologie in het groeibed (vergeet de mestwormen niet), verwerken normaal de vaste deeltjes.
Bovendien werkt het groeibed als biofilter voor de omzetting van ammonium naar nitraat.
- Je werkt met een media groeibed (eb & vloed)
Indien je met hogere densiteit vis werkt (+13kg/m³), dan is een eenvoudige voorfilter aangeraden.
Meestal plaatsen we hier een swirl filter (vortex). Deze zorgt voor afscheiding van de grotere afval.
Wie echt met hoge densiteiten werkt (+20kg/m³) en een hoge groentenopbrengst wenst, kan bijkomende filters plaatsen, zoals een zeefbochtfilter, pad-filter of in extremis een trommelfilter.
In standaard backyard systemen is dit echter niet nodig, en het vraagt ook meer werk en onderhoud.
- Je werkt met permanent watersystemen (NFT, floating rafts, vertical tubes)
Indien je geen andere biomedia in je systeem hebt, zoals een groeibed, dan is bijkomende filtering absoluut noodzakelijk. In permanent water systemen, is er weinig plaats voor “huisvesting” van de nutrificerende bacteriën. Door de relatief gladde oppervlakken van de buizen en bakken, vormt zich hoogstens een lichte biofilm. Bovendien willen we niet teveel biofilm op de wortels van de planten zodat deze voldoende zuurstof en voedingsstoffen kunnen opnemen. Ook het aankleven van vaste deeltjes aan de wortelharen willen we vermijden omwille van dezelfde reden.Daarom zijn bijgebruik van permanent water systemen 2 filterstappen nodig:- mechanische filtering: in kleine systemen kan dit met enkel een vortex (swirl) filter, heb je grotere systemen, dan plaats je beter ook een zeefbochtfilter (eenvoudige snelle afscheiding vuil) en/of chamber (pad) filter (zeer fijne filtering).Wie heel groot gaat en zeker wil zijn dat er geen vaste deeltjes meer in het water zitten, kan gebruik maken van een bandzeef filter of trommelfilter.
– biologische filtering: je moet een plaats hebben voor de verwerking van je ammonium en mineralen. Daarvoor gebruik je een biofilter.
Een biofilter is in feite een systeem waar door middel van een filtermedium, zeer veel oppervlakte (“huisvesting”) gecreëerd wordt voor de bacteriën.
De meest gekende biofilter is de moving bed filter: een bak vol biobeads waar lucht door geblazen wordt. Biobeads zijn bolletjes met een structuur, zodat er een groot oppervlak ontstaat voor hechting van de bacteriën.
Het is een erg efficiënte filter maar je hebt wel een sterke luchtpomp nodig om alles inbeweging te houden.Een ander voorbeeld van een biofilter is de Trickle (-down) filter: hierbij loopt het water door een plastic medium naar beneden en neemt zo zuurstof op, ontgast CO2 en heeft veel oppervlak voor hechting van de bacteriën.
Een populaire variant is de bakkie-shower. Dit zij op elkaar gestapelde bakken waar een medium in zit, zoals grote lavasteen of keramische elementen. Dit systeem combineert de grote oppervlakte van een biofilter met de uitstekende ontgassing en zuurstofaanvoer van een trickle systeem.
In een aquaponic systeem is luchttoevoer een noodzaak!
Enerzijds hebben de vissen zuurstof nodig en anderzijds is zuurstof nodig voor de opname van voedingstoffen in het water, de uitwisseling van stikstof en zuurstof maar vooral voor de goede werking van de nutrificerende bacteriën.
Die bacteriën zetten eerst ammonium om in Nitriten en daarna Nitriten in nitraten.
De boodschap is dus eenvoudig: hoe meer zuurstof hoe beter!
Hoe doe je dat? Ik ben voorstander om de pomp in het systeem meteen te gebruiken om zuurstof te creëren: je kan op de verschillende punten waar het water naar de bakken stroomt zorgen voor een hoge val van het water zodat er veel lucht mee onder water gezogen wordt. Mijn nieuw systeem maakt ook gebruik van een vortex: de terugstroom van de pomp zuigt zuurstof mee in de tank.
Bij grotere systemen en met meer vis is het nodig om een goede luchtpomp te plaatsen met een luchtsteen die zoveel mogelijk kleine belletjes maakt. Hoe meer belletjes, hoe groter het contactoppervlak van de zuurstof met het water.
Bij professionele systemen wordt soms pure zuurstof ingeblazen. Ik doe dit niet.
Om de vissen gezond te houden en om al het vuil tijdig te filteren is het nodig om voldoende water te laten circuleren.
Een vuistregel bij het kiezen van een pomp is om dezelfde capaciteit pomp te gebruiken als de hoeveelheid water in het systeem.
Voorbeeld: vistank 700l en groeibed 300 lit = 1000 lit totaal watervolume.
Een pomp van 1000l/u is dus ideaal voor een normaal systeem.
Staat je tank echter hoger dan je groeibedden (werken met sump tank), wil je de pompen gebruiken om meer zuurstof in het water te krijgen of heb je vissen die meer stroming vereisen (forel), neem je best wat meer.
Ikzelf gebruik 2000l/u pompen op systemen met IBC (1000 lit water).
We spreken hier uiteraard niet over de stroming maar over licht :-)!
Veel mensen stellen de vraag welke verlichting ze best gebruiken voor de groei van de planten in een aquaponics systeem.
Hieronder vind je een kort overzicht van de verschillende systemen met de voor- en nadelen.
Voor we de verschillende types belichting oplijsten, even een kort woordje uitleg over planten en licht.
Licht bestaat uit een breed spectrum van onzichtbaar en zichtbaar licht (denk maar aan de regenboog).
Planten gebruiken dit licht om via het bladgroen aan fotosynthese te doen: hierbij maakt de plant voedingsstoffen (koolhydraten) aan door omzetting van de koolstofdioxide uit de lucht. De plant maakt ook zo zuurstof aan. Zonder het benodigde licht kan de plant niet groeien.
Maar de plant gebruikt hiervoor niet het volledige spectrum van het licht.
Producenten van groeilampen concentreren zich op 2 soorten licht, waarbij veel belichting een combinatie is van beiden:
- Blauw licht (golflengte 400-500 nm) zit in het visuele spectrum en bevat veel energie en heeft een uitgesproken effect op plantengroei en de vorming van bloemen. Het geeft de volgende kenmerken:
– onderdrukt snelle groei: planten onder blauw licht zijn korter & dikker
– bladeren zijn donkerder groen
– planten vormen kleinere bladeren
– de productie van gezonde anti-oxidanten en vitamines wordt gestimuleerd
Blauw licht is dus erg nuttig voor bladgroenten, zoals slasoorten. - Rood licht (golflengte 600-700 nm) wordt door het blote oog beter gezien dan blauw, maar bevat iets minder energie. Het heeft een uitgesproken effect op fotosynthese en plantengroei en wordt daarom veel gebruikt in belichting bij planten.
Het heeft de volgende kenmerken:
– planten worden langer, groter
– bladeren worden fijner en langer
– stimuleert de bloei en daarmee de vorming van vruchtenRood licht is dus erg nuttig voor de stimulans van groei en vruchten, zoals tomaten, komkommer enz. - Er wordt bij een goede plantverlichting steeds geopteerd naar een baland tussen rood en blauw.
Deze ligt normaal op 80-90% rood & 10-20% blauw.
Genoeg theorie! Welke belichting kan je gebruiken?
- Zonlicht (natuurlijke belichting)
Wij blijven enorme voorstander van natuurlijke belichting in open lucht of in de serre.
Wie met aquaponics bezig is, is van nature bezig met het ecologisch aspect van groenten en vissenkweek. Elke vorm van niet-natuurlijke verlichting betekent meer energieverbruik. Het betekent ook een moeilijkere balans om de plant gedurende de gehele groeifase het optimale licht te geven.
Het enige nadeel is de kweek in de wintermaanden: in sommige gevallen is bijkomende verlichting een optie. - LED
LED is erg in trek. Het is de meest zuinige manier van verlichten.
De LED technologie steeds beter wordt. Het is echter NIET EVIDENT om met LED een goede plantengroei te krijgen, tenzij je naar de duurdere (Pphilips,…) LED’s gaat.
Onderschat ook niet wat LED verbruikt en hoeveel warmte de lampen genereren.Er zijn honderden soorten LED verlichting op de markt en na een zoektocht op het net, ben je al snel overspoeld met info.
LED verlichting bestaat in vele vormen: spots, strips, buizen, platen,… In welke vorm je ze ook aankoopt, hou rekening met enkele zaken:
– Het is van belang na te gaan hoe de blauw-rood verhouding van de LED is. Kweek je bladgroenten, zoals sla of kruiden, dan neem je beter LED met meer blauw (20% of meer).
– De intensiteit van de LED is ook van belang: de algemene regel hierbij is: hoe hoger de lichtintensiteit, des te beter de plant zal groeien. Dit hangt uiteraard ook af van de afstand: zet je de LED verder, dan kunnen spots of strips van hoge intensiteit. Wil je de LED dichter bij de plant, dan werk je beter met strips of platen met een iets lagere intensiteit. - TL
TL wordt ook nog steeds gebruikt. Er bestaan speciale lampen voor de plantengroei, zoals de gro-lux.
Deze zijn over het algemeen in aquariumzaken te krijgen en geven een gemiddeld resultaat.
Ook hier gelden dezelfde regels: meer blauw voor grotere en groenere bladeren, meer rood voor hogere groei (combineer!) en hoe meer licht, hoe beter. - Kwikdamplampen
Wie echt ver wil gaan, kan klassieke kwikdamplampen kopen. Door de intrede van de LED, zijn deze ook 2e hands verkrijgbaar.
De lampen geven een zeer grote intensiteit en bestaan ook in het blauw of rood spectrum.
Ze zijn over het algemeen wel duur en verbruiken meer dan LED, maar door de intensiteit minder dan TL (toch in verhouding met de lichtopbrengst).
Kwikdamplampen zijn eerder geschikt voor grotere hoogtes, zoals in serres.
In veel gevallen wordt in kleinere aquaponics systemen de pomp rechtstreeks in de vistank geplaatst.
Indien men echter met een overloop systeem werkt, of 2 tanks koppelt, dient de waterafvoer efficiënt te gebeuren.
Met tanks waar een bodemafvoer voorzien is, kan deze gebruikt worden om naar de volgende tank te gaan of als uitvoer.
Er dient dan wel een stand-pipe voorzien te worden om het minimum waterniveau te garanderen en om ervoor te zorgen dat de vis niet mee getrokken wordt.
Een veel gebruikt systeem, dat in onze ervaring het best werkt, zie je hier:
De centrale zuigbuis wordt telkens centraal in de tank gezet voor optimale afzuiging.
Hierin ziten onderaan sleuven (of gaten) die het bodemwater doorlaten, maar niet de vis.
Bovenaan deze buis komen vertikale sleuven, waar wat topwater meegezogen wordt. Deze sleuven zorgen er ook voor dat bij verstopping het water toch weg kan.
De tankdoorvoer wordt best onder de helft van de tank geplaatst om een constante doorstroom te garanderen.
Bij de afvoer wordt een ‘externe stand pipe’ voorzien: deze regelt de waterhoogte en MOET zeker 10 cm onder het max waterniveau geplaatst worden zodat er drukopbouw kan plaatsvinden. We raden zelfs 15 à 20 cm aan.
De tankdoorgang kan hier zo laag mogelijk geplaatst worden, maar kan ook wat hoger. Nadeel is dan dat je de tank niet kan laten leeglopen.
Er kan optioneel een 2e en/of derde verbinding voorzien worden tussen de uitvoerbuis en de afvoerbuis met bolkranen om het waterniveau extra te regelen.
Op het forum staan reeds een paar discussies en projecten van mensen die dit probeerden en de meeste projecten mislukken.
Meer uitleg hierover lees je hier: https://www.aquaponics.bio/faq/hoe-groot-moet-het-groeibed-zijn/
Leve het experiment!
pH staat voor zuurtegraad. Water met een pH van 7 is ‘neutraal’. Hoe zuurder het water, hoe lager de pH. Water met een pH van 6 is tien keer zo zuur als water met een pH van 7.
Je kan de pH meten met een testsetje. In de handel zijn eenvoudige tests te verkrijgen (Tetra).
Voor vissen is een optimale pH waarde 7. Uit ondervinding weten we dat de meeste vissen ook goed tegen een pH kunnen die een stukje lager ligt, zolang de overgang traag gebeurt.
Planten hebben liever wat zuurder water, tussen 6 en 6,5.
In onderstaande tabel zie je dat de opname van voedingsstoffen afhankelijk is van de zuurtegraad. Boven de 7,5 wordt bijna geen ijzer meer opgelost en onder de 6,5 daalt de opname van nitrogenen en een aantal andere belangrijke stoffen.
Het is dus belangrijk om de zuurtegraad op peil te houden, en liefst ergens tussen de 6,5 en 7.
Hoe houden we de pH op peil?
– pH is te hoog: dit komt niet zoveel voor in een AP systeem, behalve met kalkrijk water. Voeg wat (zuurder) regenwater toe of gebruik een product dat de pH naar beneden brengt (en dus verzuurt. Je kan hiervoor ook sterk verdund zoutzuur gebruiken). Als je pH blijft stijgen, betekent dit een probleem met je biofilter!
– pH is te laag: De pH in een gezond systeem zal steeds blijven dalen:
In een goed werkend systeem zetten de bacteriën ammonium om in nitritiet en verder in nitraat. Hierbij verzuren ze het water. Dit komt omdat er bij het nitrificatieproces in de biofilter H+ vrijkomt. Je moet dus altijd de zuurtegraad in een gezond systeem op punt houden.
Als je pH zakt, betekent dit dat het systeem goed werk
Het eenvoudigst is om Calcium in de vorm van kalk bij te voegen. Je kan bvb coccolietenkrijt bij ons kopen, of een zuuvere (bio) kalk bij je je handelaar. Een veel gebruikte kalkvorm is ook zeewierkalk. Een goede handvol kalk in het groeibed van je systeem met 800 lit water verhoogt de pH in een dag of 3 met 0,2.
Nog een goed idee: voeg oesterschelpen toe aan je water. Hoe zuurder het water wordt, hoe sneller ze oplossen en de pH stabiliseren.
Calcium is trouwens ook nodig voor de goede groei van planten. Het buffert de pH door de hardheid (Kh) te verhogen.
Vooral in grotere systemen, maar wat ons betreft beter in alle systemen, wordt ook kaliumbicarbonaat of kaliumhydroxide toegevoegd. Wij gebruiken – en verkopen – kaliumbicarbonaat. Dit kan gemakkelijk opgelost worden en zelfs met een automatisch doseersysteem toegepast worden. Pas op met deze producten: voeg ze traag toe anders verhoogt de pH te snel en dan krijg je een pH-shock die de nitrificerende bacteriën en de vis kan schaden of doden.
Net zoals calcium, is kalium nodig voor de groei van planten, vooral bij vruchtvorming.
Tenslotte: hou Calcium en Kalium in balans: teveel calcium “verdrijft” de kalium en omgekeerd.
Uiteraard hangt de hoeveelheid energie die je in je systeem steekt af van een aantal zaken:
– Hoe groot is mijn systeem?
– Hoeveel vis hou ik in de tank?
– Hoe hoog wil ik het water pompen?
– Wil ik met warm of koud water werken?
– Werk im met kunstlicht?
Voor een ‘normaal’ koud systeem in een serre (zonder kunstlicht) van 1000 liter (IBC) moet je het volgende rekenen:
- Waterpomp van 2000lit/u = 30W
- Luchtpomp 30W
- Totaal = 60Wu = 1440Wu/dag = 525,6kW/jaar
- Gemiddelde prijs van 0,19€/kWu = 99,87€/jaar
In mijn geval verwarm ik ook elektrisch bij. Vooral van april tot juni en van oktober tot november slaat de verwarming aan. In de niet-geïsoleerde serre maar met geïsoleerde vistank verbruik ik zo een 700kWu/jaar extra!
Heb je meer water? Reken gewoon met 60W/2000 liter.
Visvoeding met vismeel blijft een hekel punt in discussies.
Even de voor- en nadelen op een rijtje zetten:
Voordelen:
- nodig voor voeding van carnivore vissen, zoals forel, steur, … vanwege bepaalde aminozuren en eiwitten.
- goedkoop en gemakkelijk verkrijgbaar: bijna alle visvoer bevat het. Het wordt wel steeds duurder.
- eu… ik zie verder geen voordelen
Nadelen:
- Helemaal niet duurzaam en ecologisch! het meeste van ons vismeel komt uit Peru. Het stimuleert de overbevissing van de zee!
- Het bevat zout. Zout is – in tegenstelling tot wat sommigen zeggen – helemaal NIET goed in een Aquaponics systeem. De zouten blijven in het water, waardoor het zoutgehalte stijgt. het zout kristalliseert op de wortels van planten en verstoort daarmee de groei. Ik heb zelf de zoutkristallen al gezien op wortels van tomaten.
Merk hierbij op dat bvb in Australië veel planten wel meer zoutminnend zijn. Het is dus niet omdat ze daar goed groeien, dat dit ook voor onze planten geldt. - Het is principieel ook niet zo ‘normaal’. Eet jij je buur op? Vis om vis te voeden strookt niet echt met de algemene visie achter duurzaam tuinieren of dieren kweken.
Wat mij betreft is het noodzakelijk om de volgende jaren op EU en wereldwijd niveau de hoeveelheid vismeel in visvoer terug te dringen. Er zijn zeker alternatieven, zoals afval van duurzaam gekweekte vis, dierlijke producten van andere oorsprong, en kweek van artemia, watervlo en andere prooidiertjes.
Wie dus forel of andere preditoren kweekt moet goed opletten dat er een minimum aan vismeel in het voer zit. Vissen zoals de omegabaars, rietvoorn, karper kunnen PUUR plantaardig gevoed worden.
Ik krijg wel eens de vraag hoe sterk een wand van een watertank moet gemaakt worden.
Dit is uiteraard afhankelijk van de waterdruk, en nog specifieker, van de druk die uitgeoefend wordt op de wanden van het reservoir.
Dit kan eenvoudig berekend worden:
Druk is de kracht die het water uitoefent per m² en is te berekenen met een eenvoudige formule:
Druk (p in N/m²) = Massa (p in kg/m³) x Zwaartekrachtversnelling (g in m/s²) x Diepte (d in m)
De druk op je wand is dus afhankelijk van de diepte. In een vloeistof is de druk in alle richtingen gelijk. De max druk krijg je dus op de bodem, en het gemiddelde in ’t midden van de zijwanden.
De druk is op een bepaalde diepte gelijk aan het gewicht van het water erboven (even de luchtdruk niet meegerekend).
Je rekent best met de gemiddelde diepte.
We nemen als voorbeeld een bak van 1m diep, 1m hoog en 2m breed:
De druk op 0,5m = massa x zwaartekrachtversnelling (g) x 0,5m.
De massa is het volume x soortgelijk gewicht =( 1m x 1m x 0,5) x 1000 kg/m³ = 500kg/m³.
De druk (p) is dan 500 x 9,81 x 0,5m = 2452,5 N/m³
Dat is de druk op die hoogte, nu berekenen we nog de kracht die op die plaats uitgeoefend wordt op de lange wand.
De kracht (F in N) is gelijk aan de druk per m² (F = p x A): op een diepte van 0,5m is dit:
2452,5 N/m³ x de oppervlakte van je wand (m²) = 2452.5 N/m³ x (1m x 2m) = 4905 N
De vraag is nu uiteraard welk materiaal je kan gebruiken.
Het meest voor de hand liggende is hout, en dan vooral watervaste multiplex of betonplex. Het is niet eenvoudig om gegevens te vinden over de ‘permanente belasting’ en doorbuiging. De fabrikant zou dit moeten kunnen geven. Betonplex van 18mm heeft blijkbaar een doorbuiging van 0,3cm bij een kracht van 100N op een lengte van 1m.
Je kan ook je tank maken in glasvezelversterkte polyester.
bouw en opstart
We krijgen veel vragen over het opstarten van systemen:
- wanneer plant ik,
- wanneer plaats ik de vissen in de visbak
- hoe weet ik of de waterwaarden OK zijn,
- moet ik iets toevoegen aan het water?
Hier lees je kort na wat de beste procedure is.
- De eerste dagen
Nadat je het groeibed gevuld hebt met hydro korrels of lava en je de vistank gevuld hebt met water (zie verder), ben je klaar om de pomp te starten.
Het water zal in het begin troebel zijn, omdat er nog veel zwevend stof in het groeimedium zit.
Binnen een paar dagen moet dit verdwenen zijn.
Test je bell-siphon en volg de handleiding als deze niet goed werkt.Ondertussen kan je het water wat ‘conditioneren’: je zorgt ervoor dat het klaar is voor de vis en de eerste planten:
– Welk water gebruik je? We raden je aan om een mengeling te maken van regenwater en kraantjeswater. Grondwater kan, op voorwaarde dat het niet te hard is en niet teveel ijzer bevat.
Het is erg goed om meteen wat bacteriën toe te voegen (maar het hoeft niet). Dit doe je eenvoudigweg door een emmer of 2 vijverwater toe te voegen aan je systeem.
Je kan ook een potje ‘starter bacteriën’ kopen bij ons of je vijvershop, maar dat hoeft dus niet: de bacteriën zitten van nature in het water en zullen mee groeien naarmate je systeem rijper wordt.- Voeg ook een handvol aardwormen toe aan je groeibed. Die beestjes doen wonderen op het gebied van bacteriologische huishouding en vuilverwerkin-meet: Begin met het meten van de pH. (lees hier meer over pH) Deze zou tussen de 6,5 en de 8 moeten zitten.
Is de pH te laag, dan kan je wat zeewierkalk toevoegen. Een te hoge pH kan niet zoveel kwaad bij opstart, omdat het water vanzelf zal verzuren.
Als je wil, kan je ook de Ammonium, Nitriet en Nitraatwaarden meten. Bij opstart hoeft dit niet echt, want vers water is normaal OK.Als je wil, kan je nu al wat extra “voedingsstoffen” toevoegen om voldoende ammonium in je water te krijgen en/of je planten een kickstart te geven. Wees hier voorzichtig mee, want de bacteriën die de ammonium omzetten naar nitriet, en de nitriet naar nitraten, zijn nog niet in grote mate aanwezig in het systeem: ze groeien mee naarmate de hoeveelheid ammonium.
– sommige mensen plassen in het water. Dat werkt en is erg mannelijk :-). Wees toch voorzichtig hiermee, want urine bevat ook een aantal andere afvalstoffen. Maar het kan dus wel.
– Voeg een scheutje vloeibare plantenmest toe. Gebruik een bio all-round mest (bvb voor kruiden en tomaten), waar geen giftstoffen in zitten.
– In sommige werken is te lezen dat je Ammoniak kan toevoegen, die gedeeltelijk omgezet wordt in Ammonium. WE RADEN DIT TEN STERKSTE AF!
Ammoniak is niet hetzelfde als ammonium en in alle gevallen schadelijk voor alle bio-leven in je systeem. Je doodt de bestaande bacteriën gedeeltelijk en vergiftigt je water tijdelijk.
Bovendien krijg je meestal een te snelle en plotse ammonium en nitriet-piek.
Je systeem heeft tijd om op te starten, laat dit ook rustig gebeuren. - Na een dag of 5
Nu je systeem min of meer stabiel is, kan je beginnen met zaaien en planten. het is altijd goed om meteen wat planten in je systeem te zetten, zodat je snel wortels hebt die een houvast vormen voor de bacteriën. Koop wat kruiden in potjes en spoel de aarde uit de wortels onder zacht stromend water.
Het water bevat van nature wat voedingsstoffen voor de eerste opstart. Sommigen opteren ervoor te wachten om vis in de tank te doen, maar onze ervaring zegt dat dit meteen kan, op voorwaarde dat je pH goed zit, de temperatuur OK is voor de vis en je er zeker van bent dat alles stabiel werkt.
Doe de nieuwe vissen in een grote kuip met het originele water waar ze in zwommen. Voeg hier om de paar minuten een goede scheut water uit je systeem aan toe, tot de hoeveelheid water verdubbeld is. De vis wordt zo gewoon aan het nieuwe water.
Zorg voor een luchtpompje in de bak zodat ze zeker voldoende zuurstof hebben.
Controleer even of de temperatuur in de bak en die in je systeem niet teveel verschilt. Nu kan de vis meteen in het systeem. Meet opnieuw even alle waarden en noteer ze, zodat je goed de evolutie kan opvolgen. - De eerste weken
Voedt de eerste dagen niet veel!
Als de vissen na een paar dagen ‘op hun gemak zijn’, kan je meer beginnen voederen. maar een dagje overslaan kan geen kwaad!
Zorg er hier steeds bij dat ze alles opeten.
Controleer om de 2 dagen je pH en wekelijks ammonium, nitriet en nitraat. Noteer en bekijk de evolutie:
Als alles goed gaat, zal de ammonium eerst wat stijgen, (Pas nu zeker op om niet teveel te voederen! Een Ammonium of nitriet piek kan de vis doden. Neem je tijd om de nitrificerende bacteriën in de biofilter te laten groeien! ) … daarna de nitriet en tenslotte de nitraat.
Na een week of 3-4 zou de ammonium op bijna 0 moeten terugvallen, en daarna de nitriet ook. De nitraat zou nu wat moeten stijgen. Vanaf nu kan je het voederen opdrijven! Blijf kijken of de vis alles opeet en gezond reageert en meet regelmatig de waarden! Plant & zaai zodat het groentenbed vol staat en geniet met volle teugen!
Natuurlijk kan dat!
We raden je zelfs aan om het te doen, je leert er veel mee.
Ga zeker op zoek naar 2e hands materialen.
Een schematisch overzicht van de basis opstellingvind je hier: https://www.aquaponics.bio/wp-content/uploads/common/Aquaponics-setup.pdf
Een handleiding vind je hier: https://www.aquaponics.bio/zelfbouw/
Tips en hulp kan je vinden op het forum.
Veel plezier!
Problemen
Het gebeurt wel eens dat je problemen hebt met je bell-siphon.
In de Vasch Bell-Siphon handleiding lees je alles over de montage en troubleshooting.
Je kan de pdf hier downloaden.
Eerst en vooral moet er bepaald worden waarom vissen ziek worden of sterven.
Vissen zijn veelal verzwakt door STRESS en dus gevoeliger aan ziektes.
* Een slechte waterkwaliteit (te veel nitriet of ammonium),
* Een overbevolkt aquarium,
* Parasitaire aandoeningen (wormen, witte stip, bacteriën);
* Onvolwaardige voeding (vitaminegebrek, voedsel met zware metalen of bacteriën).
- vissterfte, geen uitwendige kenmerken, mond en kieuwen staan meestal open:– zuurstoftekort: Bij tekort aan zuurstof zie je de vissen veelal naar lucht happen aan het wateroppervlak. Zorg voor voldoende circulatie en een goede zuurstofpomp.- Ammoniavergiftiging: de vissen schieten als gekken door het water en sterven plots. Dit komt vooral voor als er veel uitwerpselen zijn die niet verwerkt worden door de nitrificerende bacteriën. Dit kan door te lage of te hoge temperatuur, teveel vis, onvoldoende groeibed of filtering of te weinig zuurstof. Controleer meteen je Ph en ammonium/ammoniak (Nh3/4) waarden!. Bij ammoniavergiftiging mogen de vissen dadelijk in totaal vers water worden overgebracht. Alle water moet ververst worden: te veel ammonia in het water gekoppeld aan een lage pH doet die pH bij een gedeeltelijke waterverversing stijgen. Dan wordt ammonia omgezet in ammoniak, dat zeer giftig is en de dood van de vissen veroorzaakt.
– Nitrietvergiftiging: de vissen krijgen het benauwd en zoeken de zuurstofrijke plaatsen op. Ze troepen bijvoorbeeld samen bij de uitlaat van de pomp. Nitriet neemt net als koolmonoxide in het bloed de plaats van zuurstof in. Controleer meteen je pH en Nitriet- en nitraatwaarden. Ververs meteen een deel van het water als de nitrieten zeer hoog liggen. Ook hier is de oorzaak meestal de slechte werking van nutrificerende bacteriën door te weinig zuurstof, oppervlakte van het groeimedium of filtering.
– Andere vergiftiging: kijk goed na of er geen lijmresten (PVC lijm), PU-schuim of andere vreemde zaken in het water zitten. Doe desnoods een test op ijzer & koper. Test je water en ververs een deel. - De vissen vertonen uiterlijke kenmerken van ziekte:- open wonden
– rode , witte of zwarte vlekken
– watte-achtige plukken
– vinrot
– rode kieuwen, ogen, bloeduitstortingen.In deze gevallen is het immuniteitssysteem van de vis verzwakt en hebben bacteriën, parasitaire wormen of schimmels vrij spel.
Meestal kan je dit zien aankomen: de vissen vertonen een vreemd gedrag, zonderen zich af van de groep, schuren tegen de wanden of bodem of reageren zeer zwak.In deze gevallen merk je dit misschien te laat op en zijn er al vissen gestorven. Snel reageren is de boodschap!
Behandeling
In alle andere gevallen passen we normaal een zoutbehandeling toe: Zout heeft enkele voordelen:
- Het zorgt voor natuurlijk herstel van de slijmhuid van vissen
- Parasieten en bacteriën kunnen zeer slecht tegen een plotse verandering naar zoutwater en omgekeerd. Ze gaan dus veelal dood terwijl de vis blijft leven.
- Vissen maken, net zoals mensen, zout aan in hun lichaam. Hiervoor verbruiken ze energie. In zoutwater verbruiken ze minder energie
- De vis krijgt dorst (jaja!) en drinkt meer water, wat voor een snellere stofwisseling zorgt en betere uitdrijving van afval.
Uiteraard is de hoeveelheid zout en de behandelingsduur belangrijk!
Hoe ga je te werk?:
- Preventief, voor het inzetten van vis na een transport of verplaatsing van bak: 1 à 2 gr /liter, behandeling tot 12 uur
- Bij kleine, eerste symptomen: 3 à 5 gr/ liter, behandeling 6 uur
- Bij vissterfte en duidelijke symptomen: 10 gr/liter, max 6 uur
Nog even opmerken dat sommige vissen beter tegen zout kunnen dan andere. Zo behandelde ik een zieke volwassen omegabaars in 15gr/liter voor 12u.
Er circuleren heel wat berichten op internet over ziektes bij planten.
Hier kan je een aantal veel voorkomende ziektes zien, en hoe je deze bestrijdt.
Eerst en vooral moet er een onderscheid gemaakt worden tussen
voedingstekorten of ziektes veroorzaakt door parazieten
Hoe zie je het verschil?
Niet altijd gemakkelijk, maar er zijn een aantal kenmerken die tamelijk eenvoudig te zien zijn:
1. Verkleuring van bladeren, donker of licht, vlekken of licht krullend blad en geen spoor van diertjes: meestal voedingstekort (of teveel aan slechte stof)
2. Duidelijk zichtbare sporen van vraat, fijn spinnerag-achtige sporen, sterk vervormen en krullen van (vooral jonge) bladeren, galachtige knobbels, stengels met vervormingzichbare diertjes: dierlijke parasieten
3. schimmels, watachtige witte of zwarte vlekken: natuurlijke schimmels na afsterven van plantmateriaal door één van bovenstaande oorzaken.
Voedingstekorten
De regel ‘voeg zo weinig mogelijk toe aan het water’ blijft altijd gelden. Zeker systemen die pas opgestarty zijn (1e jaar) doen het soms wat minder. Geduld is een mooie gave 🙂
De voeding van je planten hangt uiteraard sterk samen met de voeding van je vis. Met een gebalanceerd menu, breng je meestal ook voldoende voedingsstoffen in het water.
Toch kan je gerust soms wat ‘bijvoeden’. Denk hierbij altijd aan het welzijn van de vis! voeg dergelijke zaken toe met mate.
Welk voedingstekort heb je?
Klik HIER voor de Nederlandstalige determinatietabel:
Klik HIER voor de originele (engelstalige) determinatietabe. bevat een schat aan nuttige info!
Het meest voorkomende tekort is ijzer: je ziet dit aan gele bladeren met groene nerf. Hiervoor voeg je best ijzerchelaat toe.
Ook kaliumtekort komt wel eens voor bij gebruik van kalk voor het verhogen van de pH. die calcium verdrijft de kalium en magnesium.
Je kan hiervoor (en ook voor een betere algemene voeding) gerust een beetje bestaande bestaande meststof bijvoegen, uiteraard liefst van biologische oorsprong.
Vasch voegt soms vloeibare algemene plantensubstraat toe, waar ook wat ijzerchelaat in zit. Monitor steeds je Nitriet en Nitraatgehaltes na toevoeging!! Meststoffen bevatten veel stikstof(bindingen) en we willen geen teveel aan stikstof of omzetting naar ammoniak!
Check ook het forum bij plant en dier.
Parasieten
Er bestaan uiteraard honderden parasieten die je planten en groenten kunnen aantasten.
Gelukkig is dit probleem bij aquaponics niet zo groot als in de groententuin. Er is meestal weinig kans op parasieten die de wortels aantasten, zoals wormpjes,
Hier vind je zeer uitgebreide info over ziektes. Jammer genoeg worden hier vooral chemische bestrijdingsmiddelen voorgesteld, en die willen we niet in huis!
Een overzicht van de meest voorkomende problemen:
1. Bladluis
Deze kleine groene (of soms zwarte) beestjes kunnen een echte plaag vormen. Ze zuigen sap uit de nerven, liefst aan de voet van jonge blaadjes, en spuiten meteen een sapje in de plant om de sapstroom te laten lopen. Hierop reageert de plant door te vervormen. Typisch zijn de krullende bladeren, vervormde aardbeien of slecht goeiende jonge bladeren. Bladluizen worden ‘gemolken’ dor mieren, die gek zijn op hun zoete uitwerpselen. Heb je veel mieren op je planten, dan heb je wellicht bladluis.
Op internet vind je hier een schat van info over, oa op beestjes.nl
Bestrijding:
Bij heel lichte aantasting kan je een brouwseltje maken en elke dag eens spuiten. Dit verdrijft de bladluis. In de serre gaat deze dan meestal op een andere plant zitten, dus niet altijd erg geschikt.
1. brandnetelgier: dit is een zeer natuurlijke meststof die ook geschikt is voor het verjagen van bladluis. Hier vind je info over de bereiding. Opgepast! Voor verdrijven van bladluis laat je de gier beter NIET gisten!
2. Vul een spuitbus met 3/4 water, voeg hier een goede scheut ahornsiroop, esdoornsiroop of suiker aan toe. Doe er een scheut alcohol in (goedkope jenever doet wondern 🙂 ) en een drupje bruine zeep of bio afwasmiddel (dat laatste zorgt voor minder druppelvorming zodat het product mooi op het blad blijft)
Bij zwaardere aantasting raden we lieveheersbeestjes aan. De larven hiervan en de kever zelf, eten bakken bladluis. Je kan ze aankopen via Vasch (contacteer ons voor info en prijzen).
Er bestaan ook een aantal sluipwespen en andere diertjes ter bestrijding van bladluis.
2. Spint
Deze kleien mijten (dus geen spinnetjes) zuigen net als de bladluis je bladeren leeg.
Je herkent de aantasting door het verschijnen van bruine vlekjes, en het al snel schijnbaar verdorren van het blad. Veelal gaat dit gepaard met een laag spinrag over de bladeren.
De mijt zelf wordt tot 1mm groot, dus zie je met het blote oog ook de diertjes als kleine lichtbruine or rode stipjes.
Bestrijding:
Spint is niet eenvoudig biologisch te bestrijden.
Verwijder meteen de aangetaste bladeren en verbrand ze.
Aangetaste planten kan je elke dag goed spoelen en onderdompelen in een mix van water en alcohol.
Beter is hier ook de bio-bestrijding door inzetten van natuurlijke vijanden, zoals roofmijten of sommige muggensoorten. (contacteer ons voor meer info, we kunnen u zeker aan deze diertjes helpen)
3. Slakken
Grote of kleine gaten in je bladeren en vruchten, wie kent het niet?
Meestal worden deze veroorzaakt door onze slijmerige ‘vrienden’. Naaktslakken kunnen op korte tijd veel schade aanrichten.
Opgepast! De bruine huisjesslak laat je beter zitten, die vreet niet aan je mooie bladeren maar eet enkel afval!
Bestrijding:
Ga bij schemer en zeker op vochtige dagen goed controleren en verwijder de dieren.
Kijk ook in bladoksels (bij sla, kool) en onder bladeren.
Een zeer goed middel is bier. Niet Heineken, maar een goed Belgisch bier. Slakken hebben smaak 🙂
Neem een bokaaltje en zet dit in je groeibedden of in de buurt, best tot net aan de rand ingegraven. Doe hier bier in tot 2cm onder de rand. Na 2 dagen heb je al een goede vangst. Ververs regelmatig het bier.
Wij raden het gebruik van slakkenkorrels sterk af (ook bio), want de vis is hier ook gevoelig aan.
Ook last van veelvraten die je halve oogst opvreten?
Hier enkele ecologische tips:
- Naaktslakken
vreten ’s nachts volledige kroppen sla op. Ik zet hier en daar ingegraven potjes met bier. Die lokken heel wat slakken die verdrinken. Je moet het bier wel regelmatig vernieuwen.
Een alternatief zijn biologische slakkenkorrels. Deze zorgen ervoor dat de slak geen hongergevoel meer krijgt en sterft. Let toch op met dit soort korrels. Het effect op de vissen kan volgens mij toch niet zo goed zijn. - Huisjesslakken
Zijn, in tegenstelling van wat sommigen beweren, NIET schadelijk maar NUTTIG. Ik laat ze rustig rondkruipen in mijn systeem: ze eten veel afval op, én eitjes van naaktslakken! - Vraat door insecten.
De meeste vretende insecten, zoals bladluis en rupsen, houden niet zo van zoete bladeren. Je kan dus het blad op een ecologische manier ‘verzoeten’.
Dit is wat ik doe:
– doe een scheut suiker (of beter nog: melasse ) in een verstuiver,
– voeg daar een heel klein scheutje bruine zeep aan toe om ervoor te zorgen dat het product goed op de bladeren blijft hangen (een scheutje bio afwasmiddel kan ook)
– meng met water.
Sommige mensen doen hier nog een scheutje alcohol bij, maar ik zie niet in waarom aangezien de alcohol verdampt.
Vernevel dit 2x per week op de bladeren en je hebt al heel wat minder last!
Handleidingen
Het gebeurt wel eens dat je problemen hebt met je bell-siphon.
In de Vasch Bell-Siphon handleiding lees je alles over de montage en troubleshooting.
Je kan de pdf hier downloaden.
De vraag wordt me regelmatig gesteld: hoe veroer je vis?
Bij vistransport zijn 3 zaken belangrijk:
– zuurstof
– temperatuur
– beweging
Waar stop ik die vis in?
Voor kleine hoeveelheden vis gebruik je best een goed afsluitbare emmer of bak.
Reken op 10 liter water per 50 vingerlingen, of 10l per 20 visjes van 50 à 100 gr.
Uiteraard is het goed om een grotere tank te hebben.
Voor kleine hoeveelheden vis kan je ook een goed afgesloten zak met min 50% lucht gebruiken.
En die zuurstof dan?
Probeer voor elk transport zuurstof bij de vis te blazen! Zeker in een zak of kleinere emmer is dit zeer belangrijk.
De meeste visleveranciers hebben een zuurstoffles staan. Zeld kan je er ook één aanschaffen, de goedkoopste zijn kleine wegwerpflesjes die je in de doe-het-zelf zaak vindt in de lasafdeling. De inhoud hiervan is wel beperkt!
Je kan ook een zuurstoffles huren bij een gasleverancier (ongeveer 12€/maand + zuurstofverbruik).
Heb je geen zuurstof, zorg dan voor voldoende lucht boven het water.
Ideaal is natuurlijk de toevoer van lucht of zuurstof tijdens het transport. Ik doe dit altijd!
Maak een perforatie in het deksel (of steek een buisdoorgang) en steek hier een buisje door met een luchtsteen aan.
Die hang je ofwel aan een zuurstoffles die heel zacht lucht laat lopen, ofwel aan een luchtpompje.
Die luchtpomp hang je aan een 12VDC-230VAC omvormer die in je aansteker-plug kan. Die omvormers zijn standaard te krijgen. Let op het vermogen van de pomp en de omvormer.
Maak nog een heel kleine perforatie in het deksel om de overdruk weg te laten.
Plaatsing:
Plaats je emmer of tank stevig in de koffer van de wagen. Het water zal veel bewegen, dus bindt de tank goed vast; Je legt er best ook een plastic onder, want via het ontluchtingsgaatje kan water morsen.
Probeer rustig te rijden!
Beperk de duur van het transport!
Hoe langer de vis in de tank zit, hoe groter het risico op zuurstoftekort en temperatuursverschillen!
Zet je autoverwarming zeker niet te hoog.
Toch grotere hoeveelheden?
Probeer in dat geval de vis te laten leveren. Dit kan veelal door de verkoper.
Vasch kan dit ook! Met een IBC gevuld met 400l water en zuurstoftoevoer kunnen de vissen vele uren in de tank doorbrengen.
Vraag gerust info via het contactformulier.